Woensdag 16 september besprak de raad de Mid-Term Review van het college. Dit houdt in dat de tussenstand wordt opgemaakt van het beleid van de afgelopen drie jaren van het college. Lees hieronder de bijdrage van onze fractievoorzitter Eline de Koning.
Leeuwarden doet een greep in de spaarpot, kopte de LC gisteren. En dat is zo. Het college doet in deze MTR een weloverwogen beroep op de reserves. Daarnaast worden een aantal bezuinigen doorgevoerd en ook worden hier en daar wat lasten verhoogd. Als PvdA woordvoerder kan ik me vinden in de keuzes die gemaakt zijn. Bij het bespreken van de MTR is het ook goed om terug te kijken en vooruit te blikken, we zijn immers ruim halverwege deze collegeperiode.
Als ik dan kort terugblik vanuit mijn sociaal- democratische hart, dan zie ik dat op belangrijke onderdelen zoals het armoedebeleid en maatschappelijke ondersteuning gelukkig niet verder bezuinigd hoeft te worden. Het ingezette beleid kan voortgezet worden. We zijn ook trots op wat we daar tot nu toe in bereikt hebben, want het was geen gemakkelijke opgave. Er moest bezuinigd worden, maar het mocht niet ten koste gaan van de mensen die hulp nodig hebben. Er is gekozen voor ontschotting, voor innovatie, maar vooral voor het uitgangspunt: oplossen van problemen is belangrijker dan regels. Het idee van de inclusieve stad blijft daarin voor ons een prachtig voorbeeld waarvan wij vinden dat daarvoor als vervolg een gerichte aanpak nodig is.
Ook volgende week zal dit aan de orde komen als het gaat over de aanpak armoede en schulden, die een lange adem vraagt. De hoeveelheid mensen met schulden blijft schrikbarend en gezien de huidige situatie met Corona is de kans groot dat dit aantal nog verder toeneemt. Immers, het economische effect van het virus treft juist mensen die het financieel toch al zwaar hebben. Daarmee ben ik ook al begonnen met vooruitkijken en u weet: regeren is vooruitzien. In deze tijden van Corona is het wel nog ingewikkelder dan anders.
Het college maakt in elk geval de verstandige keuze structureel wat extra’s opzij te leggen, namelijk 1 miljoen, als buffer voor de gevolgen van Corona. Gelukkig laten onze reserves dat ook nog net toe. Onmogelijk te voorspellen waar deze buffer voor nodig zal zijn. Onze wens is in elk geval dat deze buffer steeds zo veel mogelijk ten goede komt aan mensen die dit het meest nodig hebben door de gevolgen van Corona.
Zo kom ik ook op wat pijn doet in deze MTR. Een paar eerdere bezuinigingen hadden we nu teruggedraaid, als dat kon. Maar dat kan helaas niet. De 260.000 euro voor evenementen, juist iets waarin de afgelopen tijd zoveel moois is ontstaan, moeten we blijvend schrappen. Eén van de moeilijke keuzes die we moeten maken.
Wel kunnen we nog net een aanvaardbaar niveau van kunst en cultuurbeleid overeind houden, zoals vorige week besproken. Maar we balen ervan dat we nu onze ambitie van de Legacy, dus plan C in de kunst en cultuurnota, niet kunnen realiseren. Kunst en cultuur zien wij als belangrijk instrument dat zorgt voor sociale cohesie en bijzondere ontmoetingen waardoor er een basis ontstaat voor harmonieus samenleven ongeacht achtergrond, voorkeuren of opleiding. Cultuur is een voertuig om mensen kansen te bieden en we hebben daarin prachtige voorbeelden gezien in 2018, het Culturele Hoofdstad jaar.
Wat we ook doen, is blijven investeren in de zichtbaarheid en aantrekkelijkheid van de stad. In het verlengde van wat ik hiervoor zei, essentieel om kansen op werk en toekomst te bieden voor een zeer diverse groep mensen op de arbeidsmarkt, van praktisch en ambachtelijk geschoold tot promovendus.
Dat is een lichtpuntje, en die zijn er gelukkig meer. Ik ben heel blij met de 2 ton voor het versterken van de ontwikkeling van het jonge kind. Dat is weliswaar een incidentele post, maar maakt wel dat er een basis ligt voor de toekomst van veel kinderen. Als wij íets belangrijk vinden is het wel het investeren in het oplossen van problemen bij jonge kinderen, in een vroeg stadium en laagdrempelig. De IKC’s zijn daarbij de plek waar zorg, ouders en onderwijs elkaar ontmoeten en versterken.
Over jeugdzorg gesproken, de stelpost 2,7 milj. jeugdhulp mag natuurlijk niet ten koste gaan van wat voor jeugdhulp dan ook. Ons is verzekerd dat dit niet het geval, dus stemmen we daarmee in.
We investeren fors in digitalisering. Sinds Corona is nog duidelijker geworden hoe digitalisering ons kan helpen, ook al kan het nooit het menselijke contact vervangen.
Wat ik van deze investering verwacht is dat dat leidt tot toegankelijke en duidelijke processen in alles waar inwoners voor met de gemeente te maken hebben. We kennen nogal wat voorbeelden waaruit blijkt dat communiceren tussen gemeente en bewoners tot verwarring leidt.
Voor de digitale toekomst van onze gemeente reken ik op een optimale dienstverlening op allerlei terrein, of het nu om het sociaal domein gaat of over het aanvragen van vergunningen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan een kortere doorlooptijd bij het afhandelen van aanvragen bijzondere bijstand en levensonderhoud. Maar ook aan meer kansen voor maatwerk, de menselijke maat met een goed digitaal systeem als hulpmiddel. Bij optimale dienstverlening denk ik ook aan flexibilisering en individualisering, passend bij deze tijd. Maar uiteindelijk zou digitalisering uiteindelijk moeten leiden tot een besparing op administratie en meer tijd voor de mensen, want daar doen we het tenslotte voor.
Zo eindig ik mijn bijdrage. We doen het voor de mensen. Tot besluit wil ik een hart onder de riem steken voor de mensen in de culturele sector. De culturele sector is enorm wendbaar en inventief, maar er dreigt nu een enorme kaalslag in kwaliteit en veelzijdigheid van talent. Wat we nu daarin kwijtraken komt misschien niet meer terug. Dus zodra zich een gelegenheid voordoet daar weer in te investeren, zullen we die aangrijpen.